KEETMANSHOOP
Ik zat aan het begin wel met een probleem. Ik kon geen gebruik maken van de trein naar het zuiden, aangezien ik op maandag aankwam. Ik was van plan om van zuid naar noord te rijden, omdat ik in Windhoek het vliegtuig terug moest pakken. Via de toeristeninformatie kwam ik erachter dat er ook een busverbinding was naar Keetmanshoop (op maandag, woensdag en vrijdag). Of ik mee kon was een vraag die men niet kon beantwoorden, het hing er van af of er genoeg ruimte in het bagagecompartiment was voor mijn fiets. De bus was gelukkig niet al te vol, dus ik kon zonder problemen mee. Ik was in Keetmanshoop omstreeks half twaalf 's avonds. De bus stopte in de buurt van het (nogal dure) Canyonland Hotel. Aangezien ik geen zin had om in het donker te gaan zoeken naar een ander hotel of pension en ik door de lange reis flink vermoeid was heb ik daar maar overnacht.
De volgende ochtend heb ik mijn fiets in
elkaar gezet. Ik moest opzoek gaan naar een paar inbusbouten voor de
beugel
van mijn stuurtas (waarschijnlijk door het trillen zijn die losgeraakt
en verdwenen). Er was daar een machinewerkplaats, waar ze gelukkig een
ruime sortering hadden. Daarna heb ik een ander adres gezocht om te
overnachten.
's Middags heb ik boodschappen gedaan en het Kokerboombos bezocht.
Woensdag
reed ik naar de Nautadam, alwaar ik overnacht heb. Het was een
prachtige
plek om te kamperen, hoewel het water niet geschikt was om te zwemmen.
Wel jammer omdat het flink warm was die middag. Er waren aardig wat
vogels bij de dam en 's avonds was de sterrenhemel schitterend. Het was
wel een beetje beangstigend zo in mijn eentje.
Nautadam
( Click op de plaatjes, voor een vergroting. )
FISHRIVER CANYON
De rit naar de Fish River Canyon was verschrikkelijk door de harde wind die er stond, ik kwam niet snel vooruit. Ik heb Hobas niet gehaald die dag. Zo'n 55 km voor Hobas zag ik een bord met Canyon Lodge 16 km. Aangezien dit minder ver was besloot ik er maar heen te rijden. De weg er naar toe was zeer slecht (aargh, die zou de week erna onderhanden genomen worden). Gelukkig werd ik gastvrij ontvangen, ondanks het feit dat ik onaangekondigd kwam. De dag daarna, naar Hobas, viel gelukkig mee aangezien er toen niet veel wind was. Ik vond de Fish River Canyon wel de moeite waard. Ik ben er twee nachten gebleven. As Ais was vanuit Hobas net te doen op de fiets (zonder bagage en wind!), ik zag daar o.a. vulkanische bronnen. Het is een soort oase in de woestenij, maar wel erg toeristisch.
De volgende etappe ging weer naar het noorden en ik kwam tot Seeheim die dag. Er was daar een hotel, ik sliep in de oude officiersverblijven van het Duitse leger. Of het hotel er over een paar jaar nog is durf ik niet te zeggen, volgens mij hebben ze niet al te veel gasten.
Dat de wind ook in je voordeel kan werken merkte ik de volgende dag. Zonder al te veel moeite geraakte ik voorbij Bethanie en overnachtte in het Konkiep Lapa Rest Camp. De dag daarna heb ik het wat rustiger aan gedaan. Ik heb lang zitten lezen (in de schaduw) in de tuin van een hotel in Helmeringhausen. Ik kampeerde zo'n 35 km verderop, bij een boer (Saraus Campsite).
De rit naar Duwisib was nog korter, maar wel zwaarder doordat de (binnen)weg er naar toe slecht was (stukken met mul zand). Bovendien was er weinig schaduw voor een rustpauze. Het kasteel daar was niet zo spectaculair vond ik, wel apart in zo'n omgeving. Ik werd wel gastvrij ontvangen bij Duwisib Farm, aardige mensen en ik kreeg 's avonds zelfs gratis eten.
Maltahöhe was mijn volgende bestemming, ik had o.a. levensmiddelen nodig. Bovendien wilde ik het thuisfront bellen en kaartjes sturen. Op zich viel er niet zo veel te beleven in dat plaatsje. Pas na de Zarispas werd het landschap weer wat mooier, daarvoor was het net een maanlandschap. Ik kwam die dag tot RC Hammerstein, normaal was het hier vrij prijzig om te kamperen nl. 50 rand, maar omdat het kamp eigenlijk gesloten was hoefde ik er maar 15 te betalen. Jammer genoeg zat de koelkast met frisdrank en bier op slot en degene die de sleutel had was niet aanwezig. Dat is pas afzien ;-)
SOSSUSVLEI
De rit naar Sesriem was een makkie doordat de weg daalde, ook het wegdek was redelijk. In de buurt van het park zag ik langs de weg een paar Spiesbokken, ze gingen ervandoor en ik moest vaststellen dat ze sneller gingen dan 30 km/u. De meeste wegen in het park waren zeer slecht. Ik kreeg daar twee lekke banden. Naar de Sossusvlei kreeg ik een lift, dit vond ik toch wel één van de hoogtepunten van de reis. Zelfs op die morgen moest ik hard werken, want die 4WD-auto kwam een aantal keer vast te zitten. Gelukkig kon ik de middag doorbrengen bij het zwembad.
Op naar Solitaire dan maar, de rit
daarheen
was niet al te moeilijk. Maar wat daarna zou komen dat wist ik niet. Ik
was daar vrij vroeg en bracht de middag door met preventief onderhoud
aan
mijn fiets. Die lekke binnenbanden van Sesriem moesten nog geplakt
worden,
mijn ketting moest gesmeerd worden en ik stelde mijn remmen en
versnelling
af. Met de eigenaar van de winkel maakte ik de afspraak dat hij water
zou meegeven aan een automobilist die ook naar Walvisbaai ging,
aangezien ik een stuk woestijn door moest en er pas na 260 km weer
voorzieningen zouden zijn. Ik vertrok de volgende morgen niet al te
vroeg. Dit kwam doordat er een veulentje werd geboren op het moment dat
ik wou vertrekken, iets dat ik als iemand van de stad nog nooit live
gezien had.
NAMIB woestijn
Het was elf uur toen ik mijn zware fiets in beweging zette, behalve eten voor een paar dagen sleepte ik 16 liter water mee. De eerste 30 km waren goed te doen, daarna werd het een stuk lastiger doordat ze met de weg bezig waren. Na 40 km moest ik steeds heuvelruggen over, die in de dwarsrichting van de weg liepen. Mijn gebruikelijke tactiek om tijdens een afdaling zo veel mogelijk vaart te maken, zodat ik weinig hoefde te klimmen lukte vaak niet doordat er op het laagste punt mul zand lag en door het wasbordprofiel van de weg verloor ik vaart. Ook zat er een gemene klim in, om een droge rivierbedding uit te komen, waar ik grote stukken heb gelopen. Om een uur of vijf had ik er genoeg van, ik was toen 90 km van Solitaire en zocht een plek, uit het zicht van de weg om te kamperen.
De volgende morgen begon al goed, na de eerste paar honderd meter had ik al een lekke band (doordat ik een steen iets te hard raakte). Tot mijn schrik kon ik mijn bandenlichters nergens vinden, waarschijnlijk heb ik ze ergens in Solitaire laten liggen. Gelukkig kreeg ik met mijn bestek de band er ook af. :-)
De weg was helaas nog steeds even slecht als de dag ervoor, veel wasbord en klimmetjes. Ik moest diverse keren naar boven lopen. Ik was gelukkig nog fris, dus het was geen probleem. Achteraf gezien was het geen ramp dat ik de dag ervoor zo laat was vertrokken, anders had ik het op die dag heel wat zwaarder gehad.
De onderlinge afstanden tussen de heuvels werden steeds groter en het fietsen ging beter (minder wasbord). Om een uur of twaalf kwam ik bij een groep (uitgedroogde) bomen, dus gedurende de lunchpauze had ik zelfs enige schaduw, schijnbaar viel er ook wat te eten in de buurt aangezien er ook vogels rondscharrelden. Er stopte een auto en daardoor had ik zelfs een koel blikje cola bij mijn boterhammen. Prima brood trouwens, gekocht in Solitaire. Over Solitaire gesproken, ik had afgesproken dat er water gestuurd zou worden, maar ik heb niks mogen ontvangen. Ik belde later vanuit Swakopmund naar Solitaire en de man van de winkel zei dat hij een jerrycan aan een paar Duitsers in een Landrover had meegegeven, misschien hebben die hem niet begrepen of ze waren me 's ochtends al gepasseerd toen ik nog niet op de weg was. Aan het eind van de middag heb ik daarom maar een paar liter gevraagd aan passerende automobilisten. Dat was gelukkig geen probleem. Zo'n 70 km voor Walvisbaai (na 90 km fietsen) stopte ik die middag. Het vinden van een plekje (enigszins uit het zicht van de weg) om te kamperen viel niet mee in dat kale landschap.
Gedurende de nacht was er een frisse mist komen opzetten en ik moest de volgende morgen zelfs tot een uur of elf in mijn trainingspak rijden. Het fietsen ging nu stukken beter, doordat ze de weg een opknapbeurt hadden gegeven. Om een uur of half 1 was ik in Walvisbaai. Na wat gegeten te hebben ging ik verder naar Swakopmund. De laatste 30 km waren een verschrikking wat het verkeer betrof. Ik moest een aantal keren de berm in, omdat er een idioot toch ging inhalen. Dit stuk was volgens mij het gevaarlijkste deel van de hele vakantie.
SWAKOPMUND
Ik verbleef drie nachten in Swakopmund,
een leuk stadje aan zee met een Duitse sfeer, er was zelfs een
konditorei. Ik bracht de tijd door met relaxen en af en toe een
karweitje, zoals bijv. het wassen van mijn
kleren.