Namibië september/oktober 1998

Verslag van Frank Vos

Vervolg

Langs de kust ging het verder naar Hentiesbaai, een prettige rit door het frisse zeewindje dat er stond. De weg was rustig en werd voornamelijk gebruikt door sportvissers. In Hentiesbaai was wel een hotel, maar het was stukken goedkoper om een huisje te huren (er stonden er genoeg leeg). Vanuit Hentiesbaai reed ik zonder bagage naar het 65 km verderop gelegen Cape Cross. Er was hier een grote zeehonden kolonie, bovendien was dit de plek waar de Portugezen in 1486 voet op Namibische bodem hebben gezet.
 

De terugweg was zeer zwaar door de harde wind die ik nu tegen had. Desondanks was het een zeer geslaagde dag en die zeehonden kolonie had een flinke indruk bij mij achtergelaten, door al de bedrijvigheid die daar heerste. Er waren al enkele jonge zeehonden geboren (ik was net te vroeg, een paar weken later zou het gros van de jongen geboren worden), maar die hadden weinig kans om te overleven. Ze vielen ten prooi aan de jakhalzen, die rond de kolonie scharrelden.
 

Uis lag 135 km verderop, maar eerst moest ik weer zo'n 100 km door een zandbak, over een weg die bij tijd en wijlen zeer slecht was. Pas in de buurt van dit mijnstadje viel er weer wat te zien. Verder valt er over die dag niet zo veel te vertellen, ik heb mijn kilometers gemaakt en dat was het. Na Uis werd het landschap aantrekkelijker, vreemd gevormde heuvels en ik zag ook wat meer dieren, zoals bokjes en vogels. Er moest wel meer geklommen worden, maar het fietsen ging 's ochtends lekker. Ook over de weg viel niet te klagen, die was goed (d.w.z. voor een Namibische weg). Na een flinke afdaling was ik bij de Ugab rivier. Hier was wel een klein winkeltje, maar daar verkochten ze alleen bier, dat heb ik maar niet gekocht. Het fietsen ging daarna niet meer lekker. Dit kwam onder andere doordat ik flink moest klimmen om het rivierdal uit te komen, maar vooral door de temperatuur, die volgens mijn (onnauwkeurige) thermometer rond de 40 graden lag. Over een stuk van 15 km heb ik zo'n 2,5 uur gedaan. De gedachten om op te geven flitsten door mijn hoofd. Er kwam echter geen geschikte auto langs, dus ik ging maar door. Aan het einde van de klim was een dorpje, waar ik zelfs gekoelde dranken kon kopen. Na een half uur in de schaduw gezeten te hebben ging ik weer verder. Doordat de wind mee ging helpen ging het fietsen weer redelijk. Het lukte me net om voor het donker in Khorixas aan te komen, ik was erg moe na die 140 km. Wat is het dan heerlijk om onder een douche te staan!
Over een zeer slechte weg reed ik de volgende dag naar Twijfelfontein, daar zag ik onderweg versteende bomen.


Het kamp waar ik die avond verbleef was heel primitief, maar er waren wel interessante mensen. Zo sprak ik met een Namibiër die zich bezig hield met de bescherming van neushoorns. De volgende dag bezocht ik een plek met rotstekeningen, ook beklom ik een heuvel en had ik een prachtig uitzicht op de omgeving. Helaas zag ik geen woestijnolifanten, die zich in de buurt moesten ophouden.

Na nog een nachtje in Twijfelfontein reed ik weer naar Khorixas en de volgende dag had ik een lange rit (140 km) naar Outjo. Het was voor de verandering een asfaltweg, dat reed wel lekker na al die slechte wegen. In Outjo regelde ik een dagexcursie naar het wildpark Etosha. In dit park zag ik wel de neushoorn en de olifanten. Natuurlijk ook nog een heleboel andere dieren, helaas geen leeuwen. Die zullen wel ergens in de schaduw hebben gelegen, want het was er bloedheet.

Vanuit Outjo reed ik naar Otjiwarongo, daar nam ik een busje naar Windhoek. Na een dagje souvenirjagen in die stad was mijn vakantie helaas voorbij. Dat ik weer in een grote stad was bleek na dat dagje Windhoek, tijdens mijn afwezigheid had er een gewapende overval op de  eigenaar van het hotel waar ik verbleef plaatsgevonden.

Ik moet zeggen dat het een onvergetelijke ervaring is geweest, hoewel er ook momenten waren dat ik het zwaar had, door de wind, de hitte en de slechte wegen. Het blijft een bijzondere belevenis om langs de weg een groep bavianen, struisvogels en diverse soorten antilopen te zien.

Ik begon die reis met een nieuwe fiets, gekocht bij de firma Snel en die fiets heeft zich (op wat lekke banden na) prima gehouden. Op die slechte wegen was ik maar wat blij met mijn 26 inch wielen met brede banden.

Het noordelijke gedeelte van Namibië vond ik mooier dan het zuidelijke deel (op de Fish River Canyon na).
 
 

23-9 Keetmanshoop naar Nautadam 68,12 km

24-9 Nautadam naar Canyon Lodge 79,89 km

25-9 Canyon Lodge naar Hobas 102,61km

26-9 Hobas naar As Ais en terug 133,51km  (zonder bagage)

27-9 Hobas naar Seeheim 125,66 km

28-9 Seeheim naar Konkiep Lappa Rest Camp 141,60 km

29-9 Konkiep Lappa Rest Camp naar Saurus Campsite 89,65 km

30-9 Saurus Campsite naar Duwisib Castle 82,35 km

1-10 Duwisib Castle naar Maltahöhe 90,84 km

2-10 Maltahöhe naar Hammerstein 107,31 km

3-10 Hammerstein naar Sesriem 94,01 km

5-10 Sesriem naar Solitaire 91,89 km

6-10 Solitaire naar ergens in de Namibwoestijn 90,48 km

7-10 Van Ergens naar 70 km voor Walvisbaai 90,74 km

8-10 Namibwoestijn naar Swakopmund 116,72 km

11-10 Swakopmund naar Hentiesbaai 78,47 km

12-10 Hentiesbaai naar Cape Cross en terug 131,43 km  (zonder bagage)

13-10 Hentiesbaai naar Uis 135,84 km

14-10 Uis naar Khorixas 140,30 km

15-10 Khorixas naar Twijfelfontein 99,84 km

17-10 Twijfelfontein naar Khorixas 100,35 km

18-10 Khorixas naar Outjo 139,07 km

21-10 Outjo naar Otjiwarongo (plus aantal km in Windhoek) 82,16 km


Terug naar homepage   Terug naar Frank's homepage